Dinsdagmorgen 4 juni 2013 vertrokken we met 31 Ferwoudsters van “vroeger en nu” verspreid over 8 auto’s. Het weer leek mooi te worden, zodat de voorspellingen van “P.P.” (eindelijk) uitkwamen. Aanvankelijk reden we door een welbekend landschap: prachtige weilanden omzoomd door uitbundig bloeiend fluitenkruid. Maar … na Joure veranderde het landschap en zagen we behalve prachtige rododendrons en meer bomen, plaatsnamen als Ouwsterhaule (bekend om het “Vervoersmuseum”), Mildam, Donkerbroek en Haule, (bekend om de ambachtelijke zuivelboerderij Jansma) voorbij komen.
Uiteindelijk kwamen we aan in Veenhuizen, dat zacht uitgedrukt een niet gunstige betekenis heeft. Maar de eerste aanblik was schitterend. Prachtig aangelegde en onderhouden tuinen. In een gezellige ruimte in het bezoekerscentrum werden we ontvangen met koffie/thee en “turfkoek” of cake. Daarna werden we opgesplitst in twee groepen, die elk een gedeelte van het hele complex konden bekijken. De groep van ondergetekende bezocht eerst het terrein waar het gebouw “de rode pannen” stond, dat vanaf 1870 eerst als strafopvang dienst deed en later tot 2008 bewoond werd door het personeel, dat daar een functie had. De gevangenis, die er later bij werd gebouwd had een zgn. sluissysteem. Als groep mochten we daar een kijkje gaan nemen. Alles werd door de uitstekende gids, een voormalig verpleger (niet te verwarren met “veelpleger”) tot in details uitgelegd. In het bewakingssysteem mocht beslist niet één foutje worden gemaakt, anders konden de gevolgen fataal zijn ….Na 1970 leven er in Veenhuizen geen “verpleegden” meer, maar het dorp telt nóg steeds 3 strafinrichtingen.met 1000 gedetineerden, waarvan 250 buitenlanders in een apart gebouw, die na het uitzitten van hun straf het land uitgezet worden. Sinds 1981 is Veenhuizen toegankelijk voor het publiek… We werden na al deze informatie en ervaringen meegenomen naar het “Nationaal gevangenismuseum”. Mij viel de spreuk op: “Vrijheid is het recht, om alles te doen, wat de wet toestaat”. Volkomen duidelijk. Wie zich daar niet aan hield, werd van 1600-1800 berecht naar het rechtssysteem, dat in elke stad of dorp verschillend was. Wat er dan allemaal met je kon gebeuren om de waarheid boven tafel te krijgen was te gruwelijk voor woorden. De gezegdes, die uit deze verschrikkelijke tijd over zijn gebleven, zoals “voor galg en rad opgroeien”, “zich geradbraakt voelen”, “voor(schand)paal staan” en “de duimschroeven aandraaien” zeggen genoeg. In 1823 werd “De Maatschappij van Weldadigheid” in het leven geroepen en werden er drie gestichten voor bedelaars, landlopers en wezen gebouwd. Sindsdien werden de mensen op een humanere manier behandeld en berecht…Tot ongeveer 1960 werden er uniformen gedragen en een “lawei” was een “etensklok” in de vorm van een grote mand. De stand duidde het etenstijdstip aan. Tot slot mochten we “meebeslissen” bij het vonnissen van diverse rechtszaken, waarna we vertrokken naar een nieuwe bestemming. Bij het verlaten van het terrein werd onze aandacht gevestigd op een rode beuk uit het kroningsjaar 1898 van koningin Wilhelmina, die als statussymbool werd uitgeroepen.
Na opnieuw een schitterende tocht belandden we in Norgerhout, waar we in “Nieuw Norgerhout” een verrukkelijk driegangendiner voorgeschoteld kregen. Heerlijk verkwikt kwamen we via o.a. Waskemeer, Bakkeveen, Beetsterzwaag (“Lauswolt” en “Lyndensteyn”), Reduzum, Weidum en Jellum in Deinum(-mei-de sipel-op ‘e toer) aan. Daar had een “boer-in-ruste”, de heer P. Heeringa, een interessant schoolplatenmuseum “Yn ’t Bûthús” gecreëerd in zijn vroegere stallen. Hij was al meer dan 25 jaar aan het verzamelen. In 2009 werd zijn expositie snel uitgebreid, want toen kon Heeringa een collectie van “Van de Heert & Hoeve” uit Leeuwarden overnemen. Er waren allerhande voorwerpen te zien, die ook maar iets met “school” te maken hadden. Te veel om op te noemen. Heeringa heeft ook van tijd tot tijd wisseltentoonstellingen uit andere musea.Wie moe was geworden kon heerlijk in de zon gaan zitten, die uitbundig scheen. Thee/koffie en koek was er in overvloed. Maar …. we moesten weer verder, want in Jellum wachtte ons een uitgebreide en smakelijke broodmaaltijd bij “Jonker Sikke”. Jan bedankte de organisatoren en organisatrices alvast voor het vele werk, dat zij weer verricht hadden om ons een mooie en interessante dag te bezorgen. Zij waren er weer in geslaagd iets bijzonders uit te zoeken, wat niet meevalt. Er is in Friesland veel te beleven, als men de ogen en oren de kost geeft!
Via Hilaard, Wommels en Bolsward kwamen we weer terug in het oude vertrouwde Ferwâlde. We kunnen opnieuw terugkijken op een zeer geslaagde dag met de zon als graag geziene gast.
Rita
https://goo.gl/photos/1hpmxuSESAMW6Adt9
https://goo.gl/photos/SbyBtLtwv6jUqf6UA